Statuten BGA

Vereniging

Heden, achtentwintig juni tweeduizendachttien, verschenen voor mij, mevrouw mr. Elisabeth Catharina van der Laan, kandidaat-notaris, hierna to noemen: notaris, waarneemster van mr. Sijbrand Michiel Feikema, notaris te Castricum:

  1. de heer CORNELIS SCHRAMA, verder beschermde informatie;
  2. de heer GERRIT HENDRIK PORTENGEN, verder beschermde informatie;
  3. de heer ALBERTUS HENDRIK POSTMA, verder beschermde informatie;

OPRICHTING VERENIGING

De verschenen personen verklaarden bij deze een vereniging op te richten in de zin van artikel 2:26 Burgerlijk Wetboek, en daarvoor de volgende statuten vast te stellen.

STATUTEN

Artikel 1 – Naam en zetel

De vereniging draagt de naam: Baanvereniging Groot Amsterdam. Hierna in deze statuten ook te noemen: BGA. Zij is gevestigd in de gemeente Amsterdam.

Artikel 2 – Doel
  1. De BGA heeft ten doel: het bevorderen van het schaatsen in de ruimste zin van het woord, met inachtneming van de regels die de Koninklijke Nederlandsche Schaatsrijders Bond, met statutaire zetel te Amersfoort en kantoorhoudende te Utrecht (hierna te noemen: KNSB), hiervoor stelt en zij beperkt zich hierbij tot de verenigings-overstijgende activiteiten.
  2. De BGA tracht dit doel ondermeer te bereiken door het bevorderen van de samenwerking tussen de leden door middel van:
    1. het uitschrijven, regelen en bevorderen van schaatswedstrijden, het voorgaande in de meest uitgebreide zin genomen;
    2. alle andere haar ten dienste staande middelen, die tot het bereiken van het doel bevorderlijk kunnen zijn;
    3. het organiseren van trainings- en wedstrijdfaciliteiten op de thuisbaan van de BGA ten behoeve van de schaatsers van de bij de BGA aangesloten verenigingen;
    4. het bevorderen van het jeugdschaatsen.
Artikel 3 – Lidmaatschap
  1. Lid van de BGA kunnen zijn: verenigingen, die trainen en/of recreatief- 
schaatsen op het kunstijs van de kunstijsbaan in Amsterdam, zijnde de Jaap Edenbaan of een opvolger daarvan. In het geval het lid rechtspersoon betrokken is bij een fusie of splitsing en daardoor ophoudt te bestaan gaat het lidmaatschap over op de verkrijgende rechtspersoon, of de rechtspersoon die op grond van de beschrijving bij splitsing daar toe is aangewezen.
  2. Leden zijn zij die zich als lid bij het bestuur hebben aangemeld en door het bestuur als zodanig tot de BGA zijn toegelaten. Ingeval van niet-toelating door het bestuur kan de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.
  3. De secretaris van het bestuur houdt een leden register bij, waar in de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. Als een lid heeft ingestemd met de oproeping tot een algemene vergadering door middel van communicatie langs elektronische weg, wordt het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt, in het ledenregister opgenomen.
  4. Verenigingen, die als lid zijn toegelaten tot de BGA zijn daardoor onderworpen aan de statuten, reglementen en besluiten van de BGA.
  5. Een lid kan door het bestuur voor een periode van ten hoogste drie maanden worden geschorst, als een lid in strijd handelt met de statuten, reglementen of- 
besluiten van de BGA, of de BGA op onredelijke wijze benadeelt. Gedurende deze periode van schorsing kan het lid zijn lidmaatschaps-rechten niet uitoefenen, zijn lidmaatschaps-verplichtingen blijven bestaan.
  6. Binnen een maand nadat het lid van het besluit tot schorsing in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in hoger beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep blijft het lid geschorst.
Artikel 4 – Einde lidmaatschap
  1. Het lidmaatschap eindigt door:
    1. het overlijden van het lid; is een rechtspersoon lid van de BGA dan eindigt zijn lidmaatschap wanneer hij ophoudt te bestaan, tenzij dit ophouden te bestaan het gevolg is van fusie of splitsing; ingeval van fusie gaat het lidmaatschap over op de verkrijgende rechtspersoon en in geval van splitsing gaat het lidmaatschap over op de rechtspersoon die op grond van de beschrijving bij splitsing daartoe is aangewezen;
    2. opzegging door het lid;
    3. opzegging door de BGA;
    4. ontzetting.
  2. Opzegging van het lidmaatschap door het lid kan slechts plaatsvinden tegen het einde van een boekjaar, mits schriftelijken met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste een maand. De contributie voor het lopende jaar blijft het lid verschuldigd. Te late opzegging heeft tot gevolg dat het lidmaatschap met inbegrip van de daaraan verbonden verplichtingen-eerst eindigt aan het eind van het volgend boekjaar, tenzij het bestuur wegens bijzondere omstandigheden anders besluit. Een lid kan zich door opzegging niet onttrekken aan een besluit van de BGA waardoor de financiële verplichtingen van de leden worden verzwaard.
  3. Opzegging namens de BGA geschiedt door het bestuur, doormiddel van een schriftelijk bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en)van opzegging.
    Opzegging is mogelijk: als een lid niet meer voldoet aan de statutaire vereisten voor het lidmaatschap, als een lid -ondanks zorgvuldige aanmaning- zijn verplichtingen jegens-
    de BGA niet nakomt, of wanneer redelijkerwijs van de BGA niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Bij het opzeggingsbesluit wordt ook de datum van beëindiging van het lidmaatschap vastgesteld. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
  4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur, door middel van een schriftelijk of elektronisch bericht aan het lid, met vermelding van de reden(en)van de ontzetting
Ontzetting is alleen mogelijk als een lid in strijd handelt of heeft gehandeld met de statuten, reglementen of besluiten van de BGA, of de BGA op onredelijke wijze benadeelt of heeft benadeeld. De ontzetting gaat onmiddellijk in. De contributie voor het lopende jaar blijft verschuldigd.
  5. Binnen een maand nadat het lid van het besluit tot opzegging of ontzetting in kennis is gesteld, kan dat lid van dat besluit in beroep gaan bij de algemene vergadering en daar verweer voeren. Het bestuur is verplicht hiertoe de algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na ontvangst van het beroepschrift. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.
Artikel 5 – Geldmiddelen

De geldmiddelen van de BGA kunnen bestaan uit:

  1. toeslagen op de abonnementsprijzen van de kunstijsbaan;
  2. inkomsten uit activiteiten van de BGA en haar vermogen;
  3. contributies;
  4. subsidies;
  5. sponsorgelden;
  6. verkrijging en krachtens erfrecht of schenking;
  7. overige baten.
Artikel 6 – Contributie van de leden
  1. De leden betalen een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
  2. Het bestuur is bevoegd om, wegens bijzondere omstandigheden, een lid geheel of ten dele ontheffing to verlenen van het betalen van contributie in enig jaar.
  3. De algemene vergadering kan besluiten dat de jaarlijkse contributie in gedeelten kan worden betaald en kan daaraan voorwaarden verbinden.
Artikel 7 – Tuchtrechtspraak

De Tuchtrechtspraak wordt in een door de algemene vergadering vastgesteld huishoudelijk reglement geregeld.

Artikel 8 – Geschillen
  1. Geschillen die zijn gerezen tussen enerzijds(een orgaan van)de BGA en anderzijds een lid van de BGA worden afgehandeld door de Geschillencommissie van de BGA conform het Huishoudelijk reglement van de BGA.
  2. De Geschillencommissie wordt benoemd door de algemene vergadering uit de leden van de BGA.
  3. Alle geschillen, voorzover deze samenhangen met de beoefening van de schaatssport, in welke verschijningsvorm dan ook, die zijn gerezen tussen (KNSB-)leden van de BGA onderling worden afgehandeld conform de statuten en reglementen van de KNSB.
  4. Een geschil wordt geacht aanwezig te zijn indien een van beide partijen verklaart dat dit het geval is.
Artikel 9 – Bestuur: samenstellingen benoeming
  1. De BGA wordt bestuurd door een bestuur dat bestaat uit tenminste drie en ten hoogste zoveel personen als er leden zijn. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast. Het bestuur kent een voorzitter, secretaris en penningmeester. Voor elk van hen kan het bestuur uit zijn midden een plaatsvervanger aanwijzen, die in geval van ontstentenis of belet de functie vervult van degene voor wie hij als plaatsvervanger is aangewezen. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. Het bestuur draagt er zorg voor dat de algemene vergadering zo spoedig mogelijk in de vacatures kan voorzien.
  2. De algemene vergadering benoemt de bestuursleden. Deze benoeming vindt plaats bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De benoeming vindt plaats uit de verenging en als bedoeld in artikel 3 lid 1.
  3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een voordracht van de leden.
Elk lid kan ten hoogste een kandidaat bestuurslid voordragen, in welk geval het bestuur verplicht is dat voorgedragen kandidaat-bestuurslid op de voordracht to plaatsen. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de algemene vergadering meegedeeld. De voordracht is bindend.
  4. a. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste drie jaar.
    b. Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar.
    Een bestuurslid kan evenwel niet Langer dan vier aaneengesloten perioden van drie jaar zitting hebben in het bestuur. Degene, die niet onmiddellijk herbenoembaar is, kan pas na het verstrijken van een periode van drie jaar na de afloop van zijn maximale benoemingsperiode weer tot bestuurder worden benoemd.
    c. Het bestuur stelt, op basis van de zittingsperiode van de bestuursleden, een rooster van aftreden vast en houdt dit bij. Dat rooster moet zodanig worden opgemaakt dat het een goed functioneren van het bestuur niet in de weg staat. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt plaats voor een nieuwe periode van drie jaar.
Artikel 10 – Einde bestuurslidmaatschap; schorsing
  1. Een bestuurslidmaatschap eindigt:
    • door aftreden op grond van het rooster van aftreden, als een rooster is vastgesteld;
    • door het vrijwillig aftreden van een bestuurslid;
    • door overlijden van een bestuurslid;
    • door onder curatele stelling van een bestuurslid of onder bewindstelling van zijn gehele vermogen;
    • wanneer het bestuurslid niet langer lid is van de vereniging als bedoeld in artikel 3 lid 1;
    • door ontslag van het bestuurslid op grond van een besluit van de algemene vergadering genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is;
    • wanneer het, bestuurslid in staat van faillissement wordt verklaard, een regeling in het kader van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op hem van toepassing wordt verklaard of hij in staat van surseance wordt gesteld; een en ander met in achtneming van het hierna bepaalde.
  2. Een bestuurslid kan voorlopig geschorst worden door een unaniem besluit van de overige bestuursleden in afwachting van een besluit door de algemene vergadering. De algemene vergadering kan een bestuurslid schorsen. Deze schorsing vindt plaats bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is. De schorsing beloopt ten hoogste drie maanden en kan door de algemene vergadering eenmaal met die termijn worden verlengd. Volgt gedurende de schorsing geen ontslag, dan is de schorsing na het verloop van de termijn geëindigd
    Het geschorste bestuurslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende algemene vergadering te verantwoorden en kan zich daar in door een raadsman doen bijstaan.
Artikel 11 – Bestuur: bijeenroeping, vergaderingen, besluitvorming
  1. Iedere bestuurder is bevoegd een vergadering van het bestuur bij een te roepen.
  2. a. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt schriftelijk, met inachtneming van een termijn van tenminste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering en van de te behandelen onderwerpen (agenda).
    b. De bestuurder die voor dit doel een adres aan de BGA bekend heeft gemaakt kan tot de vergaderingen van het bestuur worden opgeroepen door een langs elektronische weg aan dat adres toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
  3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden op de plaats te bepalen door degene die de vergadering bijeen roept, mits in of in de directe omgeving van Amsterdam.
  4. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuurders ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  5. Een bestuurder kan aan een andere bestuurder schriftelijk volmacht verlenen om zich ter vergadering te doen vertegenwoordigen. Een elektronisch vastgelegde volmacht geldt als een schriftelijke volmacht. Een bestuurder kan slechts een medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
  6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder een stem. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Artikel 12 – Leiding van de vergaderingen, notulen, besluitvorming buitenvergadering
  1. De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden met inachtneming van hetgeen hierover mogelijkerwijs in een Huishoudelijk reglement is bepaald.
  3. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de vergadering over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk plaatsvond, of een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De goedkeuring en vaststelling van de notulen wordt vastgelegd in het verslag van de volgende vergadering. De notulen, worden, nadat zij zijn vastgesteld, door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
  5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders zich schriftelijk voor het voorstel hebben verklaard. Onder een schriftelijke verklaring wordt mede begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar, en reproduceerbaar bericht, aan het adres dat het bestuur voor dit doel heeft vastgesteld en aan alle bestuurders bekend heeft gemaakt.
Artikel 13 – Bestuur: taken en bevoegdheden
  1. Het bestuur is belast met het besturen van de BGA. Elke bestuurder is tegenover de BGA gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de BGA en van alles betreffende de werkzaamheden van de BGA, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de BGA kunnen worden gekend. Het bestuur is verplicht de bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende de wettelijke termijn te bewaren.
  2. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de BGA zich als Borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt. Het bestuur heeft de goedkeuring nodig van de algemene vergadering voor het besluit en tot het aangaan van overeenkomsten als hiervoor omschreven. Deze beperking van de bevoegdheid van het bestuur kan aan derden worden tegengeworpen. Het bestuur is niet bevoegd tot het aanvaarden van nalatenschappen, tenzij dit geschiedt onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
  3. Het bestuur heeft de goedkeuring van de algemene vergadering nodig voor besluiten tot:
    1. het huren, verhuren en op andere wijze in gebruik of genot verkrijgen of geven van apparatuur, materiaal en materieel;
    2. het aangaan van geldleningen of krediet overeenkomsten;
    3. het ter leen verstrekken van gelden;
    4. het aangaan van een vaststellingsovereenkomst ter beëindiging van een geschil;
    5. het optreden in rechte, met inbegrip van arbitrale procedures, waaronder niet begrepen het nemen van Conservatoire maatregelen en andere rechtsmaatregelen die geen uitstel kunnen lijden;
    6. het doen van investeringen en aangaan van andere rechtshandelingen die uitgaan boven het bedrag dat de algemene vergadering kan vaststellen.
      De algemene vergadering kan bij een daartoe strekkend duidelijk omschreven besluit andere dan hiervoor omschreven besluiten van het bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de algemene vergadering wordt onmiddellijk aan het bestuur medegedeeld. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan tegen en door derden geen beroep worden gedaan.
  4. Het bestuur kan commissies en/of werkgroepen in het Leven roepen met gelijktijdige vaststelling van hun taak. Deze commissies en/of werkgroepen werken onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Het bestuur is bevoegd ze op te heffen, de leden daarvan te benoemen en te ontslaan en hun taakomschrijving te herzien.
Artikel 14 – Vertegenwoordiging
  1. Het bestuur vertegenwoordigt de BGA.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders.
  3. De in beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de BGA bestaat ook indien tussen de BGA en een of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat.
  4. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van incidentele dan wel doorlopende volmacht aan een of meer bestuurders en/of aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de BGA binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
  5. In alle gevallen waar in de BGA een tegenstrijdig belang heeft met een of meer bestuurders kan de algemene vergadering een of meer personen aanwijzen om de BGA te vertegenwoordigen.
Artikel 15 – Verslaggeving en Verantwoording
  1. Het boekjaar van de BGA loopt van één april tot en met eenendertig maart.
  2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop
    van het boekjaar, verlenging van deze termijn door de algemene vergadering uitgezonderd, een jaarverslag uit over de gang van zaken in de BGA en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders. Ontbreekt een handtekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
  3. Het bestuur legt de jaarstukken ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Wordt over de getrouwheid van deze stukken geen verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 12:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek overgelegd, dan worden daaraan voorafgaand de jaarstukken gecontroleerd door een door de algemene vergadering to benoemen controlecommissie van ten minste twee leden die geen deel mogen uitmaken van het bestuur. Een lid kan ten hoogste twee achtereenvolgende jaren zitting hebben in de controlecommissie. Het bestuur is verplicht om de controlecommissie inzage te geven in de gehele boekhouding en de daarop betrekking hebbende bescheiden en om alle door haar gewenste inlichtingen te verstrekken. Als de commissie dat voor een juiste vervulling van haar taak noodzakelijk acht kan zij zich laten bijstaan door een extern deskundige. De commissie brengt van haar onderzoek verslag uit aan de algemene vergadering, vergezeld van een advies tot al of niet goedkeuring van de jaarstukken. Nadat de jaarstukken zijn goedgekeurd door de algemene vergadering wordt het voorstel gedaan om kwijting te verlenen aan het bestuur voor de door haar daarmee afgelegde rekening en verantwoording. Het bestuur moet de financiële bescheiden ten minste tien jaar bewaren.
Artikel 16 – De algemene vergadering; bevoegdheid; jaarvergadering
  1. Aan de algemene vergadering komen in de BGA alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
  2. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het boekjaar, wordt een algemene vergadering – de jaarvergadering – gehouden, verlenging van deze termijn door de algemene vergadering uitgezonderd. In de jaarvergadering komen ondermeer aan de orde:
    1. het verslag van het bestuur over het afgelopen boekjaar;
    2. het voorstel tot het al of niet goedkeuren van de jaarstukken over het afgelopen boekjaar;
    3. het voorstel tot verlenen van kwijting aan het bestuur;
    4. de benoeming van de leden van de controle commissie voor het nieuwe boekjaar;
    5. de benoeming van bestuursleden als er in het bestuur vacatures bestaan, en
    6. voorstellen van het bestuur of de leden, zoals aangekondigd bij de oproeping voor de vergadering;
    7. de begroting voor het nieuwe boekjaar
Artikel 17 – Oproeping tot de vergadering
  1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door het bestuur. Een aantal leden, samen bevoegd tot het uitbrengen van tenminste een tiende deel van de stemmen, kan het bestuur schriftelijk verzoeken een algemene vergadering bijeen te roepen binnen vier weken na dat verzoek. Als het bestuur niet binnen veertien dagen na ontvangst van dat verzoek de uitnodiging tot de vergadering heeft doen uitgaan, kunnen de verzoekers zelf de vergadering bijeenroepen.
  2. De oproeping tot de algemene vergadering vindt plaats door middel van een schriftelijk of elektronisch bericht aan de adressen van de leden volgens het ledenregister. De bijeenroeping kan, als een lid hiermee instemt, ook plaatsvinden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door het lid voor dit doel is bekend gemaakt.
  3. De termijn van oproeping bedraagt ten minste veertien dagen, de dag van de oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend.
  4. Naast de plaats, datum en tijd van de vergadering, moet de oproep een agenda bevatten waaruit blijkt welke onderwerpen aan de orde worden gesteld.
Artikel 18 – Toegang en stemrecht
  1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle niet geschorste leden van het bestuur en van de BGA. De vergadering kan besluiten ook andere personen tot (een deel van) de vergadering toe te laten. Geschorste leden en leden van wie het lidmaatschap is opgezegd of die uit het lidmaatschap zijn ontzet, hebben toegang tot dat deel van de vergadering waar het beroep tegen schorsing, opzegging of ontzetting aan de orde is.
  2. Ieder gewoon lid van de BGA heeft minimaal een stem. Leden kunnen extra stemrechten krijgen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk reglement. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
  3. Een stemgerechtigd lid kan een ander stemgerechtigd lid volmacht geven namens hem te stemmen. Deze volmacht moet schriftelijk worden gegeven en voor de stemming aan het bestuur worden overgelegd. Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.
Artikel 19 – Besluitvorming door de algemene vergadering
  1. Voorzover in deze statuten niet anders is bepaald wordt een besluit genomen met volstrekte meerderheid van stemmen van de in de vergadering aanwezige en vertegenwoordigde leden, ongeacht hun aantal. Blanco en ongeldige stemmen tellen niet mee voor de besluitvorming maar tellen wel mee voor het bepalen van een in deze statuten voorgeschreven quorum.
  2. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd overeen niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, als de meerderheid van de vergadering of, als de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
  3. Bij een stemming over de verkiezing van personen wint de persoon die de meeste stemmen krijgt. Mocht bij stemming over de verkiezing van personen bij eerste stemming geen meerderheid worden verkregen, dan zal een nieuwe stemming plaats hebben. Als ook dan geen meerderheid verkregen wordt, zal bij een tussenstemming worden beslist tussen welke personen zal worden herstemd. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot.
  4. Als de stemmen staken over een voorstel dat niet gaat over de verkiezing van personen, is het voorstel verworpen.
  5. Alle stemmingen vinden mondeling plaats, tenzij de voorzitter of ten minste drie leden vóór de stemming laat of laten weten een schriftelijke stemming te verlangen. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten stembriefjes.
    Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk tenzij een lid hoofdelijke stemming verlangt.
  6. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
  7. Als in een vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen mits met algemene stemmen geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is het onderwerp niet of niet op de voorgeschreven wijze bij de oproeping aangekondigd of heeft de oproep niet op rechtsgeldige wijze plaatsgevonden.
Artikel 20 – Leiding van de, vergadering; notulen
  1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de BGA. Ontbreken de voorzitter, dan wijst het bestuur een ander bestuurslid aan als voorzitter van de, vergadering. Wordt ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
  2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris, of een ander door de voorzitter van de vergadering daartoe aangewezen persoon, notulen gemaakt, die na vaststelling door de algemene ledenvergadering door de voorzitter en de notulist door ondertekening worden vastgesteld.
Artikel 21 – Statutenwijziging
  1. De statuten van de BGA kunnen worden gewijzigd door een besluit van de algemene vergadering. Wanneer aan de algemene vergadering een voorstel tot wijziging van de statuten zal worden gedaan, moet dat steeds bij de oproeping tot de algemene vergadering worden vermeld.
  2. Degenen die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vier weken voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, aan de leden ter kennis brengen. De oproeping voor deze algemene vergadering geschiedt conform de procedure vermeld in artikel 17 van deze statuten.
  3. Een besluit tot statutenwijziging moet worden genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
  4. In die vergadering moet tenminste twee/derde van de leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.
  5. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig of vertegenwoordigd, dan kan een nieuwe algemene vergadering worden bijeengeroepen waarin het besluit kan worden genomen met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen, onafhankelijk van het aantal op deze vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden.
  6. Bij de oproeping voor de nieuwe vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden genomen, onafhankelijk van het aantal op de vergadering aanwezige of vertegenwoordigde leden.
    De hiervoor bedoelde tweede vergadering wordt niet eerder dan twee weken en niet later dan acht weken na de eerste vergadering gehouden.
  7. Een statutenwijziging wordt van kracht onmiddellijk nadat deze in een notariële akte is vastgelegd. Iedere bestuurder is bevoegd om een statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen. Een authentiek afschrift van de akte van wijziging en een doorlopende tekst van de gewijzigde statuten moeten worden neergelegd bij het handelsregister.
Artikel 22 – Fusie; splitsing; omzetting

Op een besluit van de algemene vergadering tot fusie of splitsing in de zin van artikel 7 van Boek2 Burgerlijk Wetboeken op een besluit van de algemene vergadering tot omzetting van de BGA in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 2:18 Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in het vorige artikel zoveel mogelijk van- overeenkomstige toepassing, onverminderd de eisen van de wet.

Artike1 23 – Ontbinding
  1. De BGA kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering.
    Het in deze statuten bepaalde over een besluit tot statutenwijziging is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding. Bij het besluit tot ontbinding wordt de bestemming van een eventueel batig liquidatiesaldo vastgesteld. Als de BGA op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgave aan het – Handelsregister. De boeken en bescheiden van de ontbonden BGA blijven gedurende de wettelijke termijn onder bewaring van de door het bestuur bij het besluit tot ontbinding aangewezen persoon. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het Handelsregister.
  2. De BGA wordt bovendien ontbonden: door insolventie nadat de BGA in staat van faillissement is verklaard of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel door een daartoe strekkende rechterlijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
Artikel 24 – Vereffening
  1. Het bestuur is belast met de vereffening van het vermogen van de BGA, voorzover bij het ontbindingsbesluit geen andere vereffenaar(s)is(zijn) aangewezen.
  2. Na het besluit tot ontbinding bevindt de BGA zich in liquidatie. De BGA blijft na haar ontbinding voortbestaan indien en voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk en nodig van kracht. In stukken en aankondigingen die van de BGA uitgaan, moeten aan de naam van de BGA worden toegevoegd de woorden `in liquidatie’.
  3. Een batig saldo na vereffening krijgt een bestemming die zoveel mogelijk in overeenstemming is met het doel van de BGA. Deze bestemming wordt vastgesteld bij het ontbindingsbesluit, of bij gebreke daarvan, door de vereffenaar(s). De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. De BGA houdt ingeval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het Handelsregister.
Artikel 25 – Huishoudelijk reglement
  1. De algemene vergadering stelt een huishoudelijk reglement vast waar in zaken worden geregeld die niet in de statuten zijn vastgesteld.
  2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet of met de statuten en mag geen bepalingen bevatten die bij statuten behoren te worden geregeld.
Artikel 26 -Overgangsbepaling

In afwijking van het bepaalde in artikel 9, lid 1, bestaat het bestuur tot een door het bestuur te bepalen tijdstip uit drie bestuurders die de functies van voorzitter, penningmeester en algemeen bestuurslid uitoefenen. Deze bestuurders zijn gehouden onverwijld te voorzien in de samenstelling van het bestuur overeenkomstig artikel 9, lid 1.

SLOTVERKLARINGEN

De verschenen personen verklaarden tenslotte:

Eerste bestuur

Het eerste bestuur bestaat uit drie leden. In afwijking van de in de statuten voorgeschreven procedure, worden bij deze voor de eerste maal tot bestuurslid benoemd:

  1. de comparant sub 1.,de heer C. Schrama, voornoemd, als voorzitter;
  2. de comparant sub 2.,de heer G.H.Portengen, voornoemd, als penningmeester;
  3. de comparant sub 3.,de heer A.H.Postma, voornoemd, als algemeen lid.

Eerste boekjaar
Het eerste boekjaar van de BGA eindigt op eenendertig maart tweeduizendnegentien.

Adres
Het adres van de BGA is Lepelaarstraat 14 te Landsmeer.

Reacties zijn gesloten.